door Nelly
•
01 nov., 2023
Een mooi boek van Mirabai Starr ‘ongetemde wijsheid’, voor vrouwen die de mystieke essentie van alle religies en andere wijsheidstradities liefhebben. Het verklaart voor mij veel, waarom ik de laatste tijd vaak in woede uitbarst… Ik verander dan in de Afrikaanse godin Oya, de grote Zee-moeder, de krijgsgodin. Zij heerst over bliksem en donder, stormen en orkanen. Zij brengt de wind van Verandering. Om een nieuwe werkelijkheid te scheppen is er eerst chaos en daar dwars doorheen worden de elementen van een oude werkelijkheid herschikt. De tijdelijke chaos die Oya schept, gaat over transformeren. En precies zoals Mirabai het zegt: het gaat juist niet over transcenderen. Je ‘overstijgt’ helemaal niets, maar je blijft er met je hele hebben en houwen middenin zitten tot er een andere wind in bewustzijn gaat waaien. We ademen door de pijn heen naar een nieuwe geboorte. Je vecht vóór jezelf en moeder Aarde (en niet tegen jezelf of anderen). Je herstelt de balans tussen de mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten in ons menszijn. Het boek van Mirabai maakt dat ik mezelf weer kan horen dwars door de dagelijkse grimmigheid. “Zoals we zagen, hadden de meeste grote wereldreligies de neiging de nadruk te leggen op het ontstijgen van het lichaam en andere aardse afleidingen. Dat is geen verrassing, aangezien hun belangrijkste leiders in het verleden mannen waren die vastbesloten waren hun innerlijke hartstocht te bedwingen om de ontmoeting met het goddelijke waardig te zijn. Intussen zijn het de vrouwen in de keuken die het levende hart van de religie doorgeven, de kaarsen aansteken, gebeden opzeggen, de nageboorte opruimen en de doden wassen. ‘God leeft tussen de potten en de pannen’, zijn de beroemde woorden van Theresia van Avila.” “Stormen die zich regelmatig voordeden, zorgden ervoor dat je volledig van mening veranderde. Je stortte vele malen in, waardoor je uiteindelijk nog maar één optie had en dat was versmelten. Wie wist dat versmelten zo zoet kon zijn.” “…. Middenin de bodemloosheid stort de mystica zich in het hart van het mysterie en is er die opwelling van bewondering als een natuurlijke hercirculatie van de nectar van genade, die onze ware natuur is.” Om jezelf te kunnen verbinden, is het soms nodig om te sterven. De vrouwelijke mystiek vindt dat geen probleem……In plaats van met veel moeite het eigen ego opzij te schuiven, prijzen vrouwelijke mystici de wederzijdse verbinding. Het is niet nodig om via speciale inwijdingen en seminars toegang te krijgen tot een plek waar we de werkelijkheid kunnen ontmoeten en er ja tegen kunnen zeggen……Zoals de soefi’s zeggen: ‘het is de liefde van de Geliefde zelf die de Geliefde in mij liefheeft’… “ “Maria (de moeder van Jezus) krijgt de boodschap van de engel en beeft van angst en schrik, maar ze blijft aanwezig. En vervolgens zegt ze: ‘hier ben ik, uw wil geschiede’. Dat moment tussen Maria’s ‘o, nee’ en haar volmondig ‘ja’ is de donkere nacht van de ziel. Het is een periode vol spiritueel mysterie, radicale onwetendheid. Het is de onvoorwaardelijke overgave. Ze doet dit niet in haar eentje. Ze is verbonden met alle moeders, overal, vooruit en terug in de tijd. De wereld heeft momenteel grote behoefte aan de moederlijke zorg van ons allen.” “…’Laat je niets wijsmaken, zei Asha tegen me. ‘De meeste spirituele boeken die van invloed waren op ons, zijn geschreven door mannen uit maatschappijen waar vrouwen werden buitengesloten. Je bent geprogrammeerd door heel veel overleden mannen die geen idee hadden wat het is om vrouw te zijn. Vrouwen leren opnieuw de gewone ervaringen van hun lichaam te heiligen….. we zien het gezicht van de Heilige in de gezichten van onze baby’s en onze beminden, onze oudsten en onze collega’s, de vuile vaat en de diepe stilte die neerdaalt over onze huizen wanneer iedereen ligt te slapen en wij bij het raam naar de maan staan te kijken.’…” “In plaats van de spirituele oefenpraktijk te benaderen als iets om ons naar boven weg te schieten uit deze beperkte wereld, verschijnt de mystica precies daar, in het centrum van de ervaring van de menswording. We zegenen het ontstellende wonder van dit alles, de ervaring van het mens-zijn. We zien hier het gezicht van de Heilige.” “Evenmin als de Grote Moeder zelf ziet de mystica de schepping niet als een beschadigd voorwerp, maar als een geliefd kind dat zorg nodig heeft.” “Het mannelijk paradigma is gebaseerd op schaarste, terwijl het vrouwelijke geworteld is in genoeg voor iedereen.” Juliana van Norwich: ‘Alles komt goed, en alles komt goed, en alle dingen komen echt goed’. “Verzamel je last in een mandje in je hart, zet dat aan de voeten van de Moeder en zeg: ‘Neem dit aan, Grote Moeder, want ik kan deze puinhoop niet meer aan.’ Vervolgens kruip je op haar brede schoot, nestel je je tegen haar brede boezem en doe je een dutje. Als je wakker wordt, staat het mandje er nog steeds, maar de helft van wat er in zat, is weg. En de andere helft lijkt niet langer meer een vreselijk gemeen verhaal. De moeder zal de rommel opruimen en schoonmaken, maar alleen als je ze haar zelf aanbiedt.” Ik heb de behoefte om heel veel woorden en begrippen schoon te boenen van alle lagen ontspoorde mannelijke energie, van alle bitterheid en angst, en ze dan in hun ware eer(bied) te herstellen. Zoals: Liefde, macht, samenzijn, seks, dienstbaarheid, vrouwelijkheid, mannelijkheid, heiligheid, spiritualiteit, passie en verlangen, overgave, dualiteit en verbinding….. Ik heb de behoefte aan een godinnen-hoekje in mijn huiskamer met een kaarsje er bij om de boel weer in evenwicht te krijgen. Naast het beeldje van Oya staan nu: Witte Tara, in het boeddhisme de verlichtende wijsheid, de redster, compassievol, moeder van het Tibetaanse volk. Kuan Yin, de Chinese godin van eeuwige genade en troost, de Moeder Maria van het Oosten. Ardhanarishvara, de hindoe godheid, half man, half vrouw, beiden in balans met elkaar, de wortel en schoot van de schepping. (Zie bundeling van liedteksten) Zo licht als de veer van Ma´at, liefdevol als een bakermat gaat binnen mijn tijd de wereld als een waardevolle schat. Er ís een schat aan wonderen, wachtend op geloof voorbij een berg aan gedachten; voorbij al die gedachten is er de verwondering, voorbij die gedachten. Er ís een schat aan onschuld, verwekt in ieder kind voorbij de val in zonde; zoals in de hemel is de aarde bemind, zoals in de hemel. Er ís een schat aan vrijheid, achter ieder ´neen´ voorbij een zee aan illusies; in werkelijkheid zijn wij niet alleen, in werkelijkheid. Er ís een schat aan woorden, in ieder verhaal voorbij de angst voor stilte; vrij van angst verstaan wij elke taal, vrij van angst. Er ís een bron van vreugde, verborgen in ons zijn voorbij elk verlangen; einde in begin als een tijdloos refrein, einde in begin. Er ís een schat aan wijsheid, van zelf sprekend waar voorbij de grens van ons verstand; boven ons verstand is het zonneklaar, boven ons verstand.