Ik zie veel mensen die alleen ‘geloven’ in de zichtbare en tastbare wereld. Al het onzichtbare, zoals bewustzijn en intuïtief weten, komt voort uit de materie. Het onzichtbare vraagt in hun ogen juist om geloof en bewijzen. In deze wereld is er voor de geboorte en na de dood niets. En wat betreft de toekomst….’het zal hun tijd wel duren’.
Vanaf de plek waar ik 'kijk' is het onzichtbare veel groter dan het zichtbare deel. Alleen ‘geloven’ in het zichtbare en tastbare deel genereert angst en de behoefte aan controle of macht. Het is wat mij betreft ‘de omgekeerde wereld’. En als de toekomst van deze omgekeerde wereld (te) ingewikkeld wordt, is er onmacht en onverschilligheid.
Er worden echter in deze tijd geslaagde(!) pogingen gedaan om het onzichtbare, dat we wel ervaren, maar niet kunnen zien en aanraken, wetenschappelijk te verklaren en een plek te geven. De kwantumfysica speelt hierin een belangrijke rol. Het is meteen duidelijk dat de huidige wetenschappelijke methodieken niet voldoen, omdat zij hun grondslag hebben in de zichtbare materiële wereld. Met determineren en namen geven kom je er niet en doe je het onderzoeksveld tekort.
Het enige dat het zichtbare en het onzichtbare voor mensen met elkaar verbindt is liefde, vertrouwen en overgave. Liefde is een trilling die resoneert op grenzen en over grenzen heen in het totale veld van bewustzijn. Het is de tegenhanger van angst. Er zijn wetenschappers, zoals Ervin Laszlo, die dit begrijpen. Zij geven nieuwe namen, maar determineren niet ‘kapot’. Zij laten het mysterie heel en blijven zich verwonderen. Zij zijn niet bang.
Ik herhaal wat ik op 29 november 2022 schreef:
Ervin Laszlo (1932) is een Hongaars wetenschapper en filosoof. Een recent boek heet ‘De intelligentie van de kosmos’ (2017). Net als veel wetenschappers is hij op zoek naar de ‘Theory of all’. En daar slaagt hij naar mijn idee in doordat hij werkelijk met heel zijn hart en ziel luistert naar alle kennis en wijsheid die er op dit moment in de wereld is. Hij denkt en voelt inclusief.
Ervin integreert wetenschappelijke kennis met spirituele inzichten. De wereld is in dit concept een samenhangend geheel en wordt geïnformeerd door kosmische intelligentie. De mens maakt daar deel van uit. We zitten er middenin en zijn er onlosmakelijk mee verbonden.
In de wereld van Laszlo vertrouwen mensen op hun lichaam als fysieke zender en ontvanger in het gehele spectrum van bewustzijn. Als het lichaam sterft, gaat er qua bewustzijn niets verloren.
Deze manier van kijken helpt ook om de godsdienstige beelden van hemel en hel bij te stellen. Als mensen zeggen dat er niets is voor de geboorte en na de dood, dan klopt dat in die zin dat er geen oordeel is buiten jezelf. Alle levens-beleving van angst en liefde, verdriet en blijheid, goed en kwaad… zingt door in onze ziel en ‘vergaat’ in pure informatie. De grenzen tussen leven en dood zijn glijdende schalen tussen wat wel ruimte en tijd inneemt en wat niet. De informatie gaat echter niet verloren.
Een mooi voorbeeld hiervan vind ik de ogen van een pasgeboren kind. Ook al is bekend dat een pasgeboren kind zelf niet veel ziet, zien de ouders er vaak heel veel in: ‘…alsof je recht het universum in kijkt…!’ Het kind komt uit een diepere ruimere staat van bewustzijn en dat wordt gezien en gevoeld. Het roept verwondering op.
Dit voorbeeld is geen wetenschappelijk ‘bewijs’ van een doorgaand bewustzijn, maar ik ben Ervin Laszlo dankbaar dat hij wel de moeite heeft genomen om met talrijke geverifieerde voorbeelden een alom tegenwoordig bewustzijn, het zogenaamde ‘Akashaveld’, aannemelijk te maken voor de huidige wetenschap. Zie ook zijn boek ‘Onsterfelijke geest’ (2014).
Laszlo zet onze omgekeerde wereld weer ‘recht overeind’: Eerst was er bewustzijn, daarna materie en uiteindelijk zijn deze twee –in onderlinge uitwisseling- één geheel.
Dit is niet nieuw. Het is in essentie terug te vinden in alle oude wijsheid en esoterische kennis. Heel veel mensen weten en voelen de waarheid en logica in deze zienswijze, en heel veel mensen doen hun best om deze oude wijsheid opnieuw in verbinding te brengen met ons huidige bewustzijn. Laszlo noemt dit ‘bewuste onsterfelijkheid’. Als we dat omarmen, hoeven we niet meer zo bang te zijn en kan er meer vertrouwen zijn en zorg voor de toekomst.