70 jaar, 7 keerpunten. Niet met gelijke tussenpozen, maar wel onmiskenbaar. Het is dan alsof iemand of iets in je leven een ruk aan het stuur geeft. Jij zelf had het idee rechtdoor te gaan en opeens word je gestopt en een andere kant op geduwd. Ik ken mensen die dat nooit meemaken in hun leven, maar de meeste mensen weten wel wat ik bedoel.
Keerpunten zijn voor mij meer dan tegenslag. Het zijn koerswijzigingen en naar mijn idee heb ik dat 7 maal in mijn leven meegemaakt. Als je steeds het gevoel hebt dat het alleen iets van buitenaf is, is de kans groot dat je verdwijnt als slachtoffer. Je kunt ook verzeilen in de waarom-vraag – waarom ik? Het kan een gevoel van schuld en schaamte geven: ‘Stom dat ik dit gedaan heb of niet gezien heb’ of ‘Ik heb iets helemaal fout gedaan. Dit is mijn straf!’
Ik voel me geen slachtoffer en ook geen schuldige. Het is meer dan een kwestie van acceptatie en stug doorgaan. De stemmetjes zeggen: ‘Je leven is er rijker door en zelf ben je er wijzer van geworden. Meer hoeft het niet te zijn. Het leven is EN-EN, je moet het een plek geven… Het past in het verhaal van karma en de ziel.’
……………….
In deze innerlijke dialoog zie ik mezelf in gesprek met tal van innerlijke figuren, beschikkend over een breed scala aan kwaliteiten, deskundigheden en wijsheden. Ik zie ze op een rij staan, ieder een eigen positie veroverd gedurende mijn 70 levensjaren. Voor een gezonde persoonlijkheid is deze innerlijke dialoog nuttig en wellicht onmisbaar. Het is een rijke bron, niet alleen voor de persoon zelf, maar ook als je schrijver of hulpverlener bent. Er zijn prachtige boeken en toneelstukken uit voort gekomen en veel mensen in psychische nood zijn daadwerkelijk geholpen.
Toch ontbreekt er naar mijn gevoel iets. Het verhaal van de innerlijke dialoog en de psychische ‘afhechtingen’ voldoen niet om te beschrijven wat ik ervaar. Gaandeweg, dwars door alle keerpunten heen, is er iets – als in een alchemisch proces – in mijn leven toegevoegd en radicaal veranderd.
Onder het kopje ‘ter inspiratie’ op deze website heb ik iets geschreven over de nadrukkelijke uitnodiging in deze tijd om elkaar te zien en te ontmoeten als spirituele wezens.
Als ik dat toepas op mezelf en in gesprek ga met de spirituele essentie (zoals ik dat ooit heb gedaan in gesprek met Aerlim), dan is het alsof er rond het hele verhaal van de innerlijke dialoog een sluier wordt weggetrokken. De sluier gaat over oordelen, over ego, over de menselijke behoefte aan grond en reden, waarbij er de behoefte is aan ‘afhechten’ eerder dan ‘onthechten’.
Ik zie voor me hoe de sluier wordt weggetrokken en alle gebeurtenissen hun betekenis in de oude zin van het woord verliezen. Niets doet er toe, terwijl tegelijkertijd alles er toe doet.
Op dat punt vind ik mezelf terug in de dialoog met Aerlim op het moment dat ik afdaal in één lichaamscel, steeds dieper…
(uit de voorstelling Toen was er tijd over, 2010)
“…….En iemand zegt: het is niet moeilijk. Het kan allemaal met één woord. Eén enkel woord is genoeg. Het is het woord waarmee we elkaar groeten. En ik zag het woord overal om mij heen. Ik pakte het uit de ruimte en nam het mee mijn lichaam in. Ik groette mijn lichaam met dit woord. En ik liet al dit HALLO door mijn lichaam omhoog bewegen op een speelse manier, groot, klein, door mijn benen, bekken, buik, organen, hart. Overal een warm HALLO. Ik liet het echoën in mijn schouders, armen, handen, nek, hoofd, gedachten. HALLO aan alles wat er is. En het woord bleef hangen op een plek achter mijn hart, waar het zachtjes heen en weer bewoog. De plek waar het gemakkelijk is om onvoorwaardelijk van mezelf en anderen te houden. De stem stopt even om te kijken of ik nog wel luister. Ik schud mezelf wakker en iemand zegt: Gebruik nu echt je verbeeldingskracht en stel je voor. Je neemt het woord mee in één van je lichaamscellen. Ik aarzel niet. Ik kruip met mijn aandacht steeds dieper in één lichaamscel en neem het woord mee. Steeds dieper, steeds kleiner, ik zie de celkern, de atomen, de kleinste deeltjes. Des te dieper ik ga, des te meer beweging komt er. Ik voel de trillingen in de kern van de cel. Ik tril gemakkelijk mee en ik voel de doorgang van vaste materie naar energie. Ik ben nu door de poort gegaan en ik kijk rond in een open ruimte. En iemand zegt: Besef dat deze ruimte helemaal van jou is. Je bent door de poort van je eigen lichaamscel gegaan. Deze ruimte ziet er net zo uit als het universum dat je kent, als je omhoog kijkt vanaf de aarde. Met sterren, zonnen, planeten, manen. Reis door deze ruimte. Begroet het als een plek waar je kunt thuiskomen. En ik laat me meevoeren. Het woord reist als een licht voor mij uit en in dit licht zie ik in de verte een glinstering. Het is als een horizon die dichter bij komt. Het is een golvende zee van kristallen en ik sta aan de rand van deze zee en de kristallen raken zachtjes mijn voeten aan. Ik zie ontelbaar veel mensen om mij heen. Samen zijn we aan de voet van de kristallen zee, en laten ons begroeten. Samen luisteren we naar dit verhaal.”
Tja, en dan wordt het ingewikkeld om te beschrijven en uit te leggen hoe deze ‘andere’ toestand dan is. Ik hoor mensen het vaak omschrijven als een intens liefdevolle innerlijke vrijheid, die je alleen kunt laten zien door het ‘zijn’. Je hoeft er beslist geen ‘supermens’ voor te zijn of ‘uitverkoren’ of ‘verlicht’. Iedereen kent het al van Ergens, Ooit.